Mieke van der Gulik's profile

Architectuur Design Eindopdracht

Architectuur Design Eindopdracht
In dit portfolio wordt de langdurige opdracht van Architectuur Design toegelicht. Voor de eindopdracht moest er een woning ontworpen voor een excentrieke bekende Nederlander. Hiervoor werd een analyse van de bekende Nederlander en locatie gemaakt en werden verschillende concepten uitgewerkt, wat vervolgens weer werd gebruikt om tot een eindmaquette te komen.
Analyse Erwin Olaf
Om aan de opdracht te beginnen heb ik eerst veel onderzoek gedaan naar de bekende Nederlander, in mijn geval was dit Erwin Olaf. Erwin Olaf Springveld is een fotogaaf die al sinds de jaren tachtig actief is. In het begin van zijn carrière lag de focus van zijn fotografie voornamelijk op choqueren. Later is zijn werk minder choquerend geworden. Zo zegt Erwin zelf dat hij is gaan fluisteren in plaats van schreeuwen, maar altijd met een sterke boodschap. Hij heeft zich altijd ingezet voor de minderheden in de samenleving, voornamelijk voor de LGBTQ+ gemeenschap waar hij zelf ook deel van uitmaakt. Erwin Olaf vindt het ook erg interessant om de grenzen op te zoeken van seksualiteit en de restricties in de maatschappij. Zo heeft hij een serie portretten gemaakt waarin mensen met bandagekleding is te zien en een andere keer had hij verschillende mannen in jurken gezet. 
Hij heeft ook altijd een fascinatie gehad met huid, hoe menselijker hoe beter. Graag met littekens, rimpels, moedervlekken en andere imperfecties. Hij zoekt een bepaalde kwetsbaarheid en naaktheid op. Daarom noemt hij zichtzelf ook een voyeur, hij spiekt als het ware door zijn lens in het leven, op het lichaam van een ander. Dat hij kwetsbaarheid en menselijkheid waardeert zegt niet dat zijn foto's dan ook spontane foto's van huilende mensen zijn, juist het tegenovergestelde. Hij zet alles in scene en houd alles onder controle zoals een echte perfectionist. Wanneer hij graag wilt dat iemand huilt houdt hij een sterk middeltje onder hun ogen, dat tranen laat stromen. 
Erwin Olaf is nu 63 jaar en heeft longemfyseem, een chronische ziekte in de longen. Hierdoor zal hij op relatieve leeftijd veel minder kunnen door uitputting en kortademigheid. 
Uit mijn analyse van Erwin Olaf zijn vijf verschillende speerpunten gekomen die ik heb gebruikt als uitgangspunt voor de woning.
          -  Seksuele expressie
          -  Voyeur
          -  Tijd
          -  Geënsceneerd
          -  Onconventionele schoonheid

Geënsceneerd is uiteindelijk niet meegenomen in het eindmodel. Hoe de andere speerpunten zijn toegepast wordt later toegelicht. 
Verder heb ik een collage gemaakt die Erwin Olaf als persoon omschrijft. 
Analyse locatie
De locatie waar de woning staat is in het stuwwal dal naast het museum van Arnhem. Het dal is omringt door een stuwwal waar ook een pad overheen loopt in een cirkel. Dit pad verbind het pad beneden met de weg die bovenlangs loopt. Het is een kronkelpad dat op sommige plekken zo stijl loopt dat er traptreden zijn geplaatst. Bovenop de stuwwal staat een rechthoekig hek met verschillende recht opstaande stenen, of dit grafstenen zijn of iets anders kon niet bepaald worden. De stuwwal wordt geschat op 12 meter hoog en is bedekt door dichte begroeiing. Het wordt bedekt met veel verschillende soorten bomen, struiken en bloemen die zorgen voor een hoge (voor stadse begrippen) biodiversiteit. 
Toen ik begon met het ontwerpen van de woning keek ik eerst naar welke speerpunten ik als een goed uitgangspunt kon gebruiken. Ik ben begonnen met seksuele expressie omdat ik dan kon werken met mannelijke en vrouwelijke vormen voor het gebouw. Mannelijke energie heeft als kernwoorden; daadkrachtig, naar buiten gericht, assertief en geometrisch. De vrouwelijke energie bestaat uit; zacht, naar binnen gericht, organische vormen en ontvankelijk. In mijn eerste schetsen probeerde ik dus deze twee werelden samen te voegen. Verder wilde ik graag de stuwwal opnemen in het ontwerpen, omdat het een erg uniek onderdeel is van de locatie. Mijn eerst conceptmodel was dan ook een woning die als het ware op de stuwwal kruipt (linker afbeelding). Ik was niet tevreden over het idee, maar ik vond het belangrijk om iets mee te nemen om feedback op te krijgen. Vlak voor het feedback moment kreeg ik de inspiratie om in de stuwwal te gaan, wat te zien in in mijn schets (rechter afbeelding). Hoe het eruit zou gaan zien en hoe het goed werkte in mijn speerpunten was nog niet helemaal helder, maar het was een interessanter model waar veel uitdaging in zat. Hier ben ik dus ook mee verder gegaan.
Tijdens het feedback moment gaf de docent aan dat de mannelijke en vrouwelijke energie ook in dit concept goed naar voren komt, omdat de berg vrouwelijk is en de gleuven mannelijk. Later in het proces versterk ik dit concept nog verder. Wat dit concept interessant maakte is dat de mannelijke energie nu juist aan de binnenkant is i.p.v. naar buiten gericht en hetzelfde gebeurd bij de vrouwelijke energie. Nu helder was wat de richting was voor mijn woning begon ik meerdere schetsen te maken om te kijken wat de meest logische vorm was voor de woning. Uiteindelijk kwam ik op een schets waarbij de ruimtes van het huis de bewoner verder de berg in leid, i.p.v. op één centraal punt gericht blijft. 
Met de vorm van het gebouw wilde ik proberen het speerpunt voyeur toe te passen. Een voyeur wordt omschreven als iemand die de behoefte heeft anderen de bespioneren, ook wel een gluurder genoemd. Dit heb ik in architectuurtermen vertaald tot het kijken om hoekjes, in gaten, over muren. Dit heb ik toegepast door overal gangen te maken die onnodig veel hoeken hebben waar men zich achter kan verschuilen en geen zicht heeft op andere plekken tenzij je de hoek om 'gluurt'. Het hoogte verschil werkt hierbij ook in zijn voordeel, want aan de onderkant van de heuvel is het niet hoger dan 1 meter. Dit stijgt wel met een rap tempo, maar voordat mensen binnen zijn kunnen ze al gluren naar het gehele gebouw. 
Op basis van de laatste schets ben ik begonnen met het eerste conceptmodel (linker afbeelding). Hier was duidelijk in te zien dat het gebouw interessanter zou worden als de gleuven veel variatie hadden in grootte en hoogte. Verder riep het de vraag op hoe het interieur zou werken in het model vanwege het hoogteverschil van de berg. Het blok helemaal onderin heeft als laagste punt 1,5 meter en wordt later 4 meter hoog. De hoogte ruimte begint al op 10 meter hoogte en eindigt op 12 meter. Ik wilde zeker hoge muren houden, maar 12 meter was naar mijn mening té, zeker als dit in elke ruimte zou zijn. Daarom besloot ik in de ruimtes steeds een beetje hoogte weg te halen, zodat het hoogste punt van elke ruimte niet meer was dan 6 meter. Dit heb ik uitgewerkt in mijn tweede conceptmodel (rechter afbeelding). De docenten zeiden toen dat je dan je misschien dan met een glazen brug van de ene kant, naar de andere kant het gebouw kan lopen. Ik had dit helemaal niet bedacht, maar is wel zo logisch. Mijn plan was namelijk dat elke ruimte vanaf buiten bereikwaar was en dat er gewoon trappen omhoog moesten lopen. Dit is achteraf gezien ook niet een goed idee vanwege zijn ziekte, traplopen zal lastiger voor hem gaan, dus kan ik beter het aantal trappen beperken. 
Verder had ik ook bedacht dat er erg weinig licht in de ruimtes zou komen door de grote hoogte en de muren die dicht op elkaar stonden, dus wilde ik grote dakramen boven in plaatsen. Het was niet een mooie oplossing, maar het was een oplossing. Toen wezen de docenten mij erop het helemaal niet nodig is om aan de eisen te voldoen voor daglicht en dat juist iemand zoals Erwin Olaf het donker kan waarderen, kijkende naar zijn werk.
Om alle feedback te verwerken besloot ik een tekening te maken van mijn plan. Hierin was veel diversiteit in de hoogtes en hellingen van de muren en had ik een globaal lichtplan en route uitgewerkt. Op dit plan kreeg ik meteen al de feedback, leuk idee maar misschien niet realistisch. Alles uitwerken wat er op de afbeelding stond was erg lastig, omdat er dan veel lastige hoeken zouden ontstaan. Uiteindelijk heb ik gekozen om een stuk muur boven de helling uit te laten steken, brede en smalle gangen af te wisselen en de ondergrondse tunnel te maken. 
Naast de algemene vorm van de woning is de materialisatie ook erg belangrijk, naar mijn mening in dit model nog belangrijker dan het interieur. Ik wilde de natuurlijke vorm van de berg behouden en scherpe gangen maken in de berg, als iemand die een mes erin steekt en stukken grond weg heeft snijdt. De scherpe gangen wilde ik nog meer benadrukken door een kil en scherp materiaal te gebruiken. Maar ik wilde ook verder werken met de andere speerpunten, in dit geval tijd en onconventionele schoonheid. Metaal is dan al een vanzelfsprekende keuze, het is scherp en kil, kan flink gaan roesten (iets wat mensen graag willen tegengaan) en hoe meer tijd erover heen gaat, hoe meer karakter het materiaal krijgt. Dan is natuurlijk nog de vraag, welk type metaal. Aluminium ondergaat wel corrosie, maar heel zichtbaar is dat vaak niet. Koper is interessant vanwege de unieke groene roest die ontstaat, maar lag buiten mijn budget. Cortonstaal heeft al een mooie laag, maar dat verpest een beetje het idee van tijd die na een uniek patroon geeft aan het materiaal. Normaal staal zonder beschermlaag was dus een logische keuze. Om te kijken hoe ik voor de maquette het beste de staal kon laten roesten heb ik ook een roest-experiment uitgevoerd. Hieruit bleek dat het gebruik van zoutzuur goed werkt en een mooie kleur en interessant patroon vormt. Hier ben ik dus later ook verder mee gegaan.
Bij de presentatie van de tussentijdse opdrachten had ik aangegeven dat ik mezelf wilde uitdagen bij de eindpresentatie door beton te gaan storten. Hier begon ik dus ook meteen mee toen ik de eindmaquette bedacht. Ik had schaal 1:50 gekozen om ervoor te zorgen dat de vloer, muur en plafond dikte overal voldoende zou zijn. Maar toen ik begon aan de mal maken voor het eerste blok, merkte ik dat dit niet de meest handige maquette was om in beton te gieten. Om te beginnen had het veel hoekjes en gangen, wat ervoor zorgde dat ik heel veel tijd kwijt was aan de mal maken. Daarnaast had mijn model natuurlijk een helling bovenop en hoe ik ook dacht, ik kon niet bedenken hoe ik begon in de vorm van een heuvel ging gieten. Toen eindelijk het eerste blok klaar was wist ik zeker dat ik niet door kon gaan met beton gieten. Het blok is zo ongelofelijk zwaar en ik wist dat ik (en de houten plaat) vier van deze betonnen blokken niet zouden kunnen dragen. Dus besloot ik dat ik beter verder kon werken met klei en kippengaas, omdat dit ook goed voor me had gewerkt bij het concept model. 
Toen de structuur klaar was begon ik aan het staal. Nadat het geknipt en gebogen was, wikkelde ik de stalen profielen in handdoeken met zoutzuur. Na één dag buiten staan was het staal volledig zwart geworden dus besloot ik de handdoeken van de profielen af te halen en ze buiten nog twee dagen te laten roesten, wat het gewenste effect heeft gehad. 
Dit hele proces heeft uiteindelijk het gewenste resultaat opgeleverd, waar het speerpunten en dus het karakter van Erwin Olaf goed in verwerkt zijn. Het was een heel leerzaam proces, waarbij ik voor het eerst met staal en beton heb kunnen werken. 
Jammer genoeg waren er ook veel obstakels. Zo heb ik bij het betonblok heb ik wel de ramen in het staal geknipt, maar omdat dit niet een mooi resultaat opleverde en erg lastig werk was, besloot ik voor de andere modellen niet de ramen in dit model te plaatsen. Ook was de glazen brug niet mooi zichtbaar in dit model. Dit zal ik uitwerken op de kleine maquette die zaterdag naast deze maquette komt te staan. 

Hieronder staan de foto's van het eindresultaat.
Architectuur Design Eindopdracht
Published:

Architectuur Design Eindopdracht

Published:

Creative Fields